Emmabloem (v.a. 1926)


De slaapbol

Emmabloem is een ras binnen blauwmaanzaad (Papaver somniferum). De geslachtsnaam Papaver komt van het Keltische woord 'papa', wat brij of pap betekent. Vroeger werd het sap van dit gewas door de pap voor kinderen gemengd om ze beter te laten slapen. Hier zou de naam ‘slaapbol’ vandaan komen. Naast kindjes rustig te laten slapen, gebruikten de Oude Grieken de papaver zaden al en was de papaver het attribuut van de Griekse god van de slaap; Hypnos.

Gebruik in de schilderkunst

De aanwezige olie in het maanzaad werd in de 19e eeuw gebruikt in de schilderkunst om craquelures in schilderijen te krijgen. Doordat het een langzaam drogende olie is kon er lang worden doorgewerkt door de schilders. Tegenwoordig wordt het toegepast in de bereiding van koude gerechten. Het maanzaad wordt in Nederland vooral gebruikt op brood en in vogelvoer, dit laatste vanwege het hoge vetgehalte in de zaden.



Mansholt’s Blauwmaanzaad

In Nederland werden al langere tijd landrassen van blauwmaanzaad geteeld. De zeekleigronden in Zeeland en westelijk Noord-Brabant waren hiervoor het meest geschikt. Begin 20e eeuw begon men selecties te maken uit deze landrassen, waarvan het merendeel is verdwenen. De Emmabloem is een van de landrassen die vroeger in Nederland werd verbouwd en nog bewaard is gebleven. Het is een selectie uit het oude ras Mansholt's Blauwmaanzaad. De Emmabloem heeft tussen 1926 en 1931 op de beschrijvende rassenlijst gestaan en werd in 1926 geselecteerd door de heren Timmers uit Klundert. Het werd beschreven als een productief ras, met een vertakt gewas en lichtblauw zaad. De Emmabloem bloeit en rijpt redelijk gelijktijdig. In één bol kunnen 3.000 tot 4.000 zaadjes zitten.

Teeltspecificaties

Teelt Volle grond
Type Eénjarig; zaait zichzelf uit.
Zaaitijd Eind maart t/m eind mei
Plantafstand Breedwerpig zaaien (zaad over zaaibed strooien)
Bloeitijd Juni t/m augustus