Smalle theeplant

Smalle theeplant is een (sub)tropische water- en oeverplant die van oorsprong uit Zuid-Amerika komt. In Europa werd de plant tot voor kort verkocht als vijver- en aquariumplant. Smalle theeplant vormt grote drijvende matten die watergangen volledig kunnen bedekken. Dit levert problemen op voor afwatering, scheepsvaart, recreatie én voor het ecosysteem.

Headerfoto: Wikimedia Commons, John Tann

Hoe herken ik smalle theeplant?

De smalle theeplant (Gymnocoronis spilanthoides) is een meerjarige oever- en moerasplant die kan uitgroeien tot 1,5 m hoog. Meestal groeit de plant echter vanuit de oever en vormt zo grote drijvende matten. Deze matten kunnen zowel boven als volledig onder water voorkomen. De stengel is rond of 6- of 8-hoekig, bleekgroen van kleur en hol vanbinnen. Smalle theeplant heeft 5-20 cm lange, lancetvormige bladeren met gegolfde bladranden. De bladeren staan tegenover elkaar op de stengel. De plant vormt tot 4 mm lange witte tot roze bloemen die in een bloemhoofdje gerangschikt zijn.

Identificatie kan moeilijk zijn omdat de smalle theeplant lijkt op alligatorkruid (Alternanthera philoxeroides). Alligatorkruid heeft echter kortere bladeren en compactere bloemen met kortere kroonbladeren. Kijk hier voor de look-a-likes.

Klik op de foto's om ze te vergroten

Herkomst – Waar komt smalle theeplant vandaan?

Oorspronkelijk komt de smalle theeplant uit Zuid-Amerika met als belangrijkste gebieden Argentinië, Bolivia, Brazilië, Paraguay, Peru en Uruguay. De plant groeit hier in (sub)tropische of warme gematigde klimaten en dan het liefst bij een temperatuur van 15-30°C. Smalle theeplant komt voor in getijdengebieden, langzaam stromend water, meren, vijvers, kanalen, reservoirs en voedselrijke moerassen.

Verspreiding – Waar komt smalle theeplant voor?

In Europa is smalle theeplant geïntroduceerd als vijver- en aquariumplant. Door het weggooien van overtollige planten in open water is smalle theeplant in de natuur terecht gekomen. Meeliften met watersportuitrusting en met (geïmporteerde) machines voor onderhoud aan watergangenis een mogelijke introductieroute waardoor de plant in de natuur kan belanden, maar minder waarschijnlijk dan via dumping.

Op dit moment komt de smalle theeplant in Europa alleen voor op twee locaties in Italië en in thermisch vervuild water in Hongarije. In 2019 werd de soort voor het eerst waargenomen in Nederland, in Vleuten. Deze Nederlandse populatie is verwijderd en vernietigd.

De verwachting is dat de soort zich naast Italië en Hongarije waar al groeiplaatsen zijn, ook kan vestigen in Frankrijk, Griekenland, Kroatië, Spanje en Portugal. Uitbreiding naar een groter en noordelijker verspreidingsgebied is niet uitgesloten omdat de soort temperaturen tot -5°C gedurende een maand kan overleven. De kans hierop wordt groter door warmere winters als gevolg van klimaatverandering.

Risico’s - Wat zijn de problemen?

Smalle theeplant is een snelgroeiende plant en kan in ideale omstandigheden tot 15 cm per week groeien. Dankzij zijn holle stengels kan de smalle theeplant ook groeien op langzaam stromend, ondiep water of op drassige plaatsen. De plant vormt dichte, drijvende matten die in korte tijd grote wateroppervlakken kunnen bedekken. Deze geven overlast door:

  • Licht en zuurstof kunnen niet meer doordringen in het water, waardoor ondergedoken waterplanten en fauna afsterven.
  • Verdringen van inheemse plantensoorten in de oeverzone.
  • Eutrofiëring van het water (vrijkomen fosfaat vanuit de bodem door zuurstofloosheid als gevolg van afsterven grote hoeveelheden biomassa).
  • Verlanding van de oeverzone door een combinatie van hoge biomassaontwikkeling en zuurstofloosheid (vertraagde vertering plantmateriaal).
  • Remmende werking op de aan- en afvoer van water waardoor de kans op wateroverlast toeneemt.
  • Belemmering voor de scheepvaart, vis- en zwemrecreatie.
  • Financiële consequenties: invasieve exotische oever- en waterplanten zijn over het algemeen moeilijk, en alleen tegen hoge kosten te bestrijden.

Daarnaast kunnen er onveilige situaties ontstaan doordat onduidelijk is waar het land/talud overgaat in het water.

Preventie - Hoe voorkom je verdere verspreiding?

Sinds 2019 staat smalle theeplant op de Unie-lijst van zorgwekkende invasieve exoten en is de verkoop als vijver- en aquariumplant verboden. Hierdoor is de kans op verdere verspreiding al sterk verkleind.

Particulieren worden opgeroepen om geen overtollige waterplanten in oppervlaktewater te dumpen. Kleine fragmenten (tot enkele centimeters grootte) kunnen gemakkelijk weer uitgroeien tot nieuwe haarden en het wateroppervlak volledig bedekken met alle negatieve gevolgen voor de natuur, maar ook voor de waterkwaliteit en veiligheid. Heeft u te veel waterplanten in uw vijver of aquarium? Gooi ze dan in uw groencontainer.

Hoewel de soort zich nog niet in Nederland heeft gevestigd, is het belangrijk om waakzaam te zijn.Smalle theeplant gezien? Geef je waarneming dan door via de NOVA-app of Waarneming.nl.

Gooi geen exoot in de sloot!

Beheersing en bestrijding – Welke methoden zijn er?

Als smalle theeplant in de natuur wordt waargenomen, moeten de planten zo snel mogelijk verwijderd worden. Zodra de soort eenmaal gevestigd is, is smalle theeplant moeilijk te bestrijden en is volledige bestrijding in veel gevallen niet meer haalbaar. Kleine populaties in de beginfase van vestiging kunnen handmatig of mechanisch bestreden worden. Afgraven van het wortelstelsel tot 30 cm diep wordt aanbevolen. Bij het verwijderen van de plant is het belangrijk dat verspreiding via fragmentatie voorkomen wordt, met name via het water. Nazorg is bovendien noodzakelijk om eventuele uitgroei van achtergebleven fragmenten of kieming van zaad te verwijderen.

Wet- & Regelgeving - Welke regels en protocollen zijn van toepassing?

Smalle theeplant (Gymnocoronis spilanthoides) staat op de Unie-lijst van zorgwekkende invasieve uitheemsesoorten. Dat betekent dat er een Europees verbod van kracht is op bezit, handel, kweek, transport en import van de soort. Daarnaast geldt voor lidstaten de plicht om in de natuur aanwezige populaties op te sporen en te verwijderen. En als dat niet lukt, om de populatie zodanig te beheren dat verspreiding en schade zoveel mogelijk wordt voorkomen.

Waar vind ik meer informatie?