Kleine waterteunisbloem

Kleine waterteunisbloem is een overblijvende water- en oeverplant afkomstig uit Noord-, Midden- en Zuid-Amerika. De soort vormt dichte vegetatiematten die tot een meter boven het wateroppervlak kunnen uitsteken. Deze matten verdringen andere planten- en diersoorten en blokkeren waterwegen. De soort lijkt veel op waterteunisbloem en kan daar makkelijk mee verward worden.

Hoe herken ik de kleine waterteunisbloem?

Kleine waterteunisbloem (Ludwigia peploides) is een overblijvende water- en oeverplant. De plant vormt dikke, drijvende matten die tot een meter boven het wateroppervlak kunnen uitsteken. Onder water kan de plant tot drie meter diep groeien. De stengels zijn kaal tot dun behaard en 10 tot 300 cm groot.

Uitlopende kleine waterteunisbloem bestaat uit een rozet van ronde bladeren die op het wateroppervlak groeien. Tijdens de bloei, worden de bladeren langer en krijgen ze een elliptische vorm of lancetvorm. De bloemen zijn geel, 2 tot 5 cm in diameter, hebben vijf bloemblaadjes en groeien in de bladoksels.

Identificatie van kleine waterteunisbloem kan soms lastig zijn omdat de soort veel lijkt op waterteunisbloem (Ludwigia grandiflora). Een onderscheid is zichtbaar bij de steunblaadjes. Bij kleine waterteunisbloem zijn deze rond of ovaal, vlezig en opgezwollen, terwijl (grote) waterteunisbloem dunne, platte, driehoekige steunblaadjes heeft. In de praktijk zal echter geen onderscheid gemaakt worden bij bestrijding van waterteunisbloem en kleine waterteunisbloem.

Waterteunisbloem lijkt op andere soorten, kijk hier voor de look-a-likes.

Herkomst – Waar komt kleine waterteunisbloem vandaan?

Kleine waterteunisbloem is oorspronkelijk afkomstig uit Amerika (Noord-, Midden- en Zuid-Amerika. Hier komt de plant vooral voor in moerasgebieden en in de overgangsgebieden tussen land- en waterecosystemen.

Verspreiding – Waar komt kleine waterteunisbloem voor?

De soort werd geïmporteerd als vijverplant. Door het weggooien van planten in openbare wateren is kleine waterteunisbloem in de natuur terecht gekomen. Door fragmentatie en waterstroming is de plant verder verspreid. Een andere mogelijke verspreidingsroute is doordat de plant blijft hangen aan vistuig en boten.

In Europa komt kleine waterteunisbloem voor in België, Frankrijk, Griekenland, Italië, Nederland, Spanje en Zwitserland. De eerste waarneming in de Nederlandse natuur was in 2007. Inmiddels komt de soort voor op een klein aantal locaties in Nederland. Kleine waterteunisbloem groeit in langzaam stromend of zoet, stilstaand water, zoals greppels, vaarten, kanalen, vijvers en meren. Verder kan de plant ook groeien in vochtige graslanden en op droogvallende oevers.

Risico’s - Wat zijn de problemen?

Kleine waterteunisbloem is een snelgroeiende plant die kan groeien in bijna alle stilstaande en langzaam stromende wateren. De plant vormt dichte, drijvende, praktisch ondoordringbare vegetatiematten.

De dichte begroeiing op het wateroppervlak geeft overlast door:

  • Licht en zuurstof kunnen niet meer doordringen in het water, waardoor ondergedoken waterplanten en fauna afsterven.
  • Verdringen van inheemse plantensoorten in de oeverzone.
  • Eutrofiëring van het water (vrijkomen fosfaat vanuit de bodem door zuurstofloosheid als gevolg van afsterven grote massa’s kleine waterteunisbloem).
  • Verlanding van de oeverzone door een combinatie van hoge biomassaontwikkeling en zuurstofloosheid (vertraagde vertering plantmateriaal).
  • Remmende werking op de aan- en afvoer van water waardoor de kans op wateroverlast toeneemt.
  • Belemmering van de doorstroming en afwateringen van waterwegen.
  • Hinder voor de scheepvaart en vis- & zwemrecreatie.
  • Er kunnen onveilige situaties ontstaan doordat onduidelijk is waar het land/talud overgaat in het water.
  • De dikke matten van kleine waterteunisbloem vormen broedplaatsen voor ziekteverspreidende muggen, met risico’s voor mens en dier.
  • Financiële consequenties: invasieve exotische oever- en waterplanten zijn over het algemeen moeilijk, en alleen tegen hoge kosten te bestrijden.

Verder scheidt kleine waterteunisbloem chemische stoffen uit die de chemische kwaliteit van het water veranderen (allelopathie). Hierdoor wordt de groei van andere (kwetsbare) plantensoorten geremd en hun overlevingskansen verkleind.

Preventie - Hoe voorkom je verdere verspreiding?

Preventie is de meest kosteneffectieve aanpak van invasieve exoten. Dat wil zeggen dat zoveel mogelijk moet worden voorkomen dat er nieuwe haarden van kleine waterteunisbloem ontstaan. Particulieren worden opgeroepen om geen overtollige waterplanten in openbare wateren te dumpen. Kleine fragmenten (tot enkele centimeters grootte) van kleine waterteunisbloem kunnen gemakkelijk weer uitgroeien tot nieuwe haarden en het wateroppervlak volledig bedekken met alle negatieve gevolgen voor de natuur, maar ook voor de waterkwaliteit en veiligheid. Heeft u te veel waterplanten in uw vijver of aquarium? Gooi ze dan in uw groencontainer.

Voorbeeldprojecten

Op het eiland Tiengemeten komt kleine waterteunisbloem (Ludwigia peploides) voor, dit was tot voor kort de enige groeiplek in Nederland. Recent is ook in groeilocatie gevonden in de Lingewaard (Staatsbosbeheer). De groeiplaatsen zijn machinaal afgegraven i.c.m. met nazorg door het “waterteunisteam” van vrijwilligers. Lees hier meer over de ervaringen op Tiengemeten.

Wilt u ook een voorbeeldproject aanleveren, download dan hier het invulformulier.

Download het invulformulier

Beheersing en bestrijding – Welke methoden zijn er?

Bij de aanpak van invasieve exoten in het water zijn een aantal algemene aspecten van belang onafhankelijk van de gekozen methode.

  • Begin altijd bovenstrooms om te voorkomen dat schone stukken weer besmet worden door afdrijvend materiaal.
  • Gebruik waar mogelijk een goed kerende drijfbalk of drijfscherm (kan ook benedenstrooms geplaatst worden), en loop na afloop de watergang na om losgeraakte stukken te verwijderen.
  • Voorkom de vorming van dichte matten! Begin vroeg in het seizoen met verwijdering, zo snel mogelijk na het aantreffen van de eerste planten.
  • Zorg dat de watergangen ‘schoon’ zijn voor de winter.

Als (kleine) waterteunisbloem wordt aangetroffen in de natuur, dan is het van belang de plant zo snel mogelijk te verwijderen om verdere verspreiding te voorkomen. In praktijk zal geen onderscheid gemaakt worden bij bestrijding van waterteunisbloem en kleine waterteunisbloem. Bij kleine populaties kunnen de planten met de hand verwijderd worden, voordat ze zich vegetatief vermeerderen. Hierbij is het van belang ook de wortels van de plant te verwijderen. Mechanische beheersing is ook mogelijk, al heeft dit bij grote populaties slechts tijdelijk effect. Bij het fysiek verwijderen van (kleine) waterteunisbloem is het belangrijk te voorkomen dat de plant of wortels breken en er fragmenten achterblijven en opnieuw kunnen uitlopen. Chemische bestrijding is in veel gevallen geen optie omdat het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen in en nabij water niet is toegestaan.

Wet- & Regelgeving - Welke regels en protocollen zijn van toepassing?

Kleine waterteunisbloem (Ludwigia peploides) staat op deUnie-lijst van zorgwekkende invasieve uitheemsesoorten. Dat betekent dat er een Europees verbod van kracht is op bezit, handel, kweek, transport en import van de soort. Daarnaast geldt voor lidstaten de plicht om in de natuur aanwezige populaties op te sporen en te verwijderen. En als dat niet lukt, om de populatie zodanig te beheren dat verspreiding en schade zoveel mogelijk wordt voorkomen.

Waar vind ik meer informatie?

Leadfoto: Père Igor, Wikimedia Commons, 2008

Gepubliceerd 22 maart 2023